Brasserie Lefebvre
De oorsprong van Brouwerij Lefèbvre gaat terug tot 1876, toen Jules Lefèbvre de brouwerij oprichtte.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1916, wordt de brouwerij gedwongen tot ontmanteling door de Duitse bezetters.
In 1921 nam Auguste, de zoon van Jules, het initiatief om de brouwerij te verplaatsen van het dorpscentrum naar een hoger gelegen gebied. Daar vonden ze een geschikte locatie in de gebouwen van een failliete brouwerij. Hetzelfde jaar werd er door Gaston Lefèbvre, de derde generatie, een bottellijn geïnstalleerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de brouwerij niet ontmanteld, maar net als veel andere overgebleven brouwerijen, draaide ze op een laag pitje.
In 1954 maakte de vierde generatie, vertegenwoordigd door Pierre Lefèbvre, haar entree in de brouwerij en werden de bieren Super-Houblo en Porph-Ale gelanceerd. In 1975 nam Philippe Lefèbvre, de vijfde generatie, het roer over en vanaf 1978 begon de brouwerij met het brouwen van de abdijbieren Abbaye de Bonne-Espérance.
In 1983 kreeg de familie Lefebvre het vertrouwen van de Abdij van Floreffe en kreeg zij de brouwlicentie voor hun speciaalbieren. De brouwerij bleef innoveren en introduceerde in 1996 Barbãr, een blond bier met honing, en kort daarna Barbãr Bok.
In 2002 voegde Paul Lefèbvre, zoon van Philippe, zich bij het team waar ook zijn zus Céline en zijn moeder Ann bijhoren.