Brouwerij Haacht
Op 14 juni 1898 brouwde Eugène De Ro, ingenieur in de gistingsbedrijven, zijn eerste bier in de ’melkerij van Haecht‘ . Deze werd meteen omgedoopt tot ‘brouwerij en melkerij van Haecht‘.
In 1902 paste Eugène De Ro de installaties aan om ook bier van lage gisting te brouwen.
De bieren werden snel gesmaakt in Brussel. Dankzij de ‘biertram’ - de stoomtram tussen Brussel en Haacht die sinds 1924 elektrisch was kon het bier in houten vaten makkelijk naar daar vervoerd worden.
In 1929 werden de melkerijactiviteiten definitief stop gezet en richtten ze zich enkel op bierbrouwen.
Vanaf 1950 werd de eerste bottelarij in gebruik genomen waardoor ze ook flessenbier op de markt kon zetten.
In 1951 nam Alfred van der Kelen, schoonzoon van Eugène De Ro, de leiding van de brouwerij over en nadien zijn zoon Frédéric van der Kelen. Frédéric was de drijvende kracht achter de uitbreiding van het vastgoedpatrimonium.